Mission Clarification (Missie-Oefening)

 

Een missie is te lezen als iemands hoogste doel in een bepaalde situatie. Hoe krijg je duidelijk wat je precies wilt bereiken in een functie, bij een carrièrestap of in een willekeurige werksituatie?

 

Een ‘mission clarification’ oftewel een missie-oefening is een methodiek die helder maakt wat nu precies een frustratie, onvrede of onrustig gevoel veroorzaakt. Een dergelijk gevoel ontstaat meestal als een bepaalde situatie niet bijdraagt aan datgene wat je echt wilt bereiken, je in de weg staat. Je gebruikt hiervoor als basis de Logische Niveaus van Dilts.

 

Een voorbeeld maakt het beste duidelijk wat een Missie-oefening inzichtelijk kan maken.

 

Voorbeeld: Missie uitvragen vanuit de Logische Niveaus met interviewer (Coach)
en de geïnterviewde (Subject).

 

Benodigd:

 

  • 2 stoelen tegenover elkaar zittend
  • Smartphone of ander device waarmee je het uitvragen kunt opnemen
  • Voor de coach een aantekenboekje, zodat je steekwoorden uit het gesprek kunt opschrijven.

 

Startsituatie voor Coach

 

Ga tegenover het Subject zitten. Zorg dat je ‘rapport’ maakt en versterkt door middel van ‘mirroring’, HALTO en VAKOG (zie presentatie). Dit zorgt ervoor dat het Subject zich meer op haar/zijn gemak voelt.

 

Startsituatie voor Subject

 

Coach vraagt Subject om een concrete situatie in gedachten te nemen waar zij/hij in vastloopt, waar je zorgen over hebt of die je om een andere reden wilt veranderen. Belangrijk is dat je een recent voorbeeld hebt van deze situatie, zodat je deze kunt visualiseren of op een andere manier voor de geest kunt halen. De Coach vraagt kort door, zodat hij/zij duidelijk krijgt wat precies het probleem is.

Bijvoorbeeld:

  • Subject: ‘Ik merk dat mijn leidinggevende soms te direct is naar me’
  • Coach: ‘Wat is daar het probleem van voor jou?’
  • Subject: ‘Dan voelt het of hij me aan het doorzagen is’
  • Coach: ‘En wat maakt dat een probleem voor je?’
  • Subject: ‘Dan voel ik me onzeker en denk ik dat ik niet goed presteer’
  • Pas nu is het probleem van het Subject helder!

 

De missie-oefening

 

Dit probleem ga je uitvragen aan de hand van de Logische niveaus van Robert Dilts (zie hierboven).

Je gebruikt het recente voorbeeld en houdt ook vast aan dit voorbeeld, zodat je zuiver krijgt op welk(e) Logisch Niveau(s) het probleem zich manifesteert. Dat is ook de plek waar je het probleem kunt ‘ombuigen’ of ‘herprogrammeren’.

 

Je begint bij de ‘Omgeving’

Vraag het Subject om de Omgeving waarin deze situatie zich afspeelt, zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven. ‘Waar speelt het probleem zich af?’

  • Antwoord Subject: ‘In mijn kantoor, waar mijn leidinggevende zo maar naar binnen komt, terwijl ik middenin een telefoongesprek zit. Ook merk ik dat hij achter me komt staan, terwijl ik nog aan de lijn ben. Het valt me op dat het wat donker is in mijn kantoor, terwijl de verlichting aan is.’

Dan vraag je door over het Gedrag: ‘Wat deed je, wat was je gedrag toen je op kantoor was, terwijl je aan de lijn zat en je leidinggevende achter je kwam staan?’ Herhaal enkele zinnen of woorden die het Subject eerder noemde. Dat zorgt er voor dat het Subject zo sterk mogelijk de situatie ervaart.

  • Antwoord subject: ‘’Ik probeerde me te concentreren op het telefoongesprek, maar werd afgeleid door mijn leidinggevende. Ik kwam niet goed meer uit mijn woorden, maar probeerde wel het gesprek door te zetten. Mijn baas leek wat ongeduldig, ik hoorde zijn geschuifel achter me. Ik wilde dan ook sneller het gesprek afronden, terwijl het wel een belangrijk gesprek was (het ging om een mogelijk nieuwe klant). De persoon aan de andere kant van de lijn werd ook onrustig en kapte het gesprek af met een onduidelijke reden. Ik riep aan het eind van het gesprek nog ‘ik bel vanmiddag nog even’ en legde de telefoon neer. Mijn leidinggevende gaf een opmerking over een ‘gemiste kans’.. en begon gelijk daarna over de reden dat hij binnenkwam.

Tussentijds vraag je of er nog andere zaken waren die je wel/niet deed. Het Subject antwoordt ontkennend.

Je gaat door met het uitvragen van haar/zijn Capaciteiten: ‘Wat kon je in die situatie, of wat kon je juist helemaal niet?’.

  • Antwoord: ‘Ik kan geen 2 dingen tegelijk, naar een potentiële klant luisteren en mijn manager aandacht geven. Maar toch probeer ik het.

Vervolgens vraag je de Overtuigingen uit: ‘Wat is je overtuiging in die situatie, waar moet je in geloven wil je dit gedrag vertonen?’

  • Antwoord: ‘Ik geloof dat ik mijn manager gelijk moet beantwoorden, hij is tenslotte hoger in de hiërarchie. Ik ben maar een uitvoerende medewerker.

Dan ga je in op de Rol/Identiteit van het Subject: ‘Wie ben je in die situatie, welke rol neem je aan?’

  • Antwoord: Ik ben lager/minder dan hem, eigenlijk ben ik op dat moment een ‘onderdanige’

En dan duidelijkheid krijgen over de Missie van het Subject: ‘Wat levert het je op dan, om jezelf als lager/minder te zien dan hem, om de rol van de onderdanige op je te nemen?’

  • Antwoord: ‘ehm.. niks. Nou, ja.. als ik me zo gedraag ben ik het snelst van hem af, dan kan ik tenminste weer efficiënt en doelgericht aan de slag. Dat zorgt voor nieuwe klanten, dus voor groei. Ja, dat levert het me dus eigenlijk op, Groei!

Bevestig deze missie als Coach: ‘Aha, het levert je groei op! Dat is een mooie missie. Hou nu eens contact met dat gevoel van Groei. Wat Zie, Hoor, Voel, Ruik en/of Proef (VAKOG) je dan, wat ervaar je dan (HALTO)? Gebeurt er iets in je lichaam bijvoorbeeld?’

  • Antwoord: ‘Ja ja, als ik contact heb met Groei, dan voel ik mijn borstkas wat groter worden en ik merk ook dat ik dieper ademhaal. Mijn stem wordt ook wat lager, wat zelfverzekerder. Ik proef bijna letterlijk het succes van groei in mijn mond!’

‘Heel goed’, bevestig je als Coach. ‘En in contact met die ervaring van Groei, welke rol of identiteit merk je nu bij jezelf?’

  • Antwoord: ‘Ha, de succesvolle!’

‘Mooi hoor’, bevestig je als Coach. ‘Hou maar contact met dat gevoel van groei en jij in je rol als Succesvolle. Welke Overtuiging hoort hier nu bij?’

  • Antwoord: ‘Duidelijk, dat niets en niemand me kan stoppen als ik groei’ en ook dat ‘als ik focus er succes uit komt’

Je gaat verder als Coach met de bijbehorende Capaciteiten: ‘Dus in contact met groei, in je rol als succesvolle kan niets en niemand me nog stoppen; welke capaciteiten zet je nu in dan?’

  • Antwoord: ‘Doortastendheid, focus en mijn grenzen bewaken’.

De Coach zegt: ‘Dus in contact met groei in je rol als succesvolle, met de overtuiging dat niets of niemand je nog kunt stoppen ga je ineens doortastend, doelgericht te werk en je bewaakt je grenzen goed. Op welke manier zie ik dat, welk gedrag laat je ineens zien?’

  • Antwoord: ‘Ik vraag mijn gesprekspartner aan de telefoon of hij een momentje heeft, geef mijn leidinggevende aan dat het nu niet uitkomt en dat ik over 10 minuten naar zijn kantoor kom, wacht even tot hij mijn kantoor uit is en ga verder met mijn telefoontje. Na 5 minuten heb ik de potentiële klant overtuigd en stuur hem direct een schriftelijke bevestiging van de afspraak. Daarna loop ik naar mijn leidinggevende.’

Als laatste vraagt de Coach: ‘En beschrijf je omgeving nu eens, in contact met je missie Groei als Succesvolle… etc?

  • Antwoord: ‘De deur is dicht, ik sta met mijn gezicht naar buiten gericht, naar het licht te kijken. Ik voel groei, voel me zelfverzekerd en voldaan.’

Rustig aan de oefening afronden, geleidelijk aan je ‘rapport’ verbreken (stoppen met ‘mirroring’ en toepassen HALTO).. Het Subject vragen hoe het gaat met hem/haar en afscheid nemen.